Voor een goede basis is het belangrijk, dat er geen angst voor water is. We beginnen indien nodig dan ook met waterangstvrij maken. Dit doen we spelenderwijs in ondiep water. De instructeur gaat mee het water in en kan dingen voordoen en makkelijk helpen waar nodig.

Daarna worden in verschillende stappen de zwemslagen aangeleerd. Er is aandacht voor schoolslag, rugslag, borstcrawl en rugcrawl. Hierbij wordt het water steeds wat dieper.

Op het moment dat de zwemslagen goed zijn, gaat er gezamenlijk met een instructeur geoefend worden in diep water. Als dit goed gaat, gaat de leerling helemaal over naar de groep in het diepe. Hier bereiden wij de kandidaten voor op de eisen die gesteld worden aan het A-diploma.